SABIEN TIELS - DE TREIN
- -
Een vreemde man komt binnen in de trein
(of )
Hij nestelt zich te zetel tegenover mij
Zijn ogen dwalen op en neer, t doet bijna pijn
Niemand heeft het in de gaten, alleen ik en hij
En de angst sluipt langzaam binnen
k Verdiep me echt in alles wat gebeuren kan
Ja, de spanning kan beginnen
Hij stopt niet: t is een akelige man
Hij gluurt, hij gluurt, een uur heeft het geduurd
Z n blik die steeds weerspiegelt in de ruit
Hij gluurt, hij gluurt, hij staat op, komt in de buurt
t Is zijn eindstation; hij grinnikt en stapt uit
Een knappe gast komt binnen in de trein
Hij nestelt zich te zetel tegenover mij
Zijn ogen dwalen op en neer, dat vind ik fijn
Niemand heeft het in de gaten, alleen ik en hij
En de vlinders komen binnen
Ik zou wel willen vragen: waar moet jij naar toe
Ja, de liefde kan beginnen
k Wil wel praten maar ik weet gewoon niet hoe
Hij gluurt, hij gluurt
Een uur heeft het geduurd
Zijn blik die steeds weerspiegelt in de ruit
Hij gluurt, hij gluurt
Kwam hij maar in de buurt
En gelukkig stapt hij nu toch nog niet uit
Nu zitten wij hier samen in de trein
Een jongedame zit te zetel tegenover mij
Haar ogen dwalen naar mijn lief, dat doet me pijn
Niemand heeft het in de gaten, alleen ik en zij
En de strijd kan nu beginnen
Ik denk nu echt aan alles wat gebeuren kan
Ja, het borrelt hier van binnen
Ze flirt, ze lacht, ze praat maar door en dan
Ze gluurt, ze gluurt
Een uur heeft het geduurd
Haar blik die steeds weerspiegelt in de ruit
Ze gluurt, ze gluurt
Komt langzaam in zijn buurt
Ze grinnikt en ze stappen samen uit
Ze grinnikt en ze stappen samen uit
Ze grinnikt en ze stappen samen uit